Verhaal bij verschillende sokken
Weer, hè. Weer geen enkele bijpassende sok. En bij al die andere sokken ook al niet. Ik heb de hele sokkenmand al omgekeerd. Normaal maak ik me daar niet erg druk om, maar vandaag moeten mijn voeten en enkels er belangrijk uitzien.
De linnenkast. Heb ik daar nog sokken liggen? Ik doe de deur open en zie een soort licht. Heb ik de lamp in de kast aan gelaten? Nee, die is uit. Het schijnsel komt ook meer van de plank met t-shirts. Als ik beter kijk, zie ik een klein wezen, omgeven door een stralende krans licht.
‘Hallo,’ zegt het schepsel.
‘Euh, hoi,’ zeg ik terug.
‘Wat is je probleem,’ vraagt het ding.
‘Probleem?’ probeer ik nog.
‘Ja, anders was ik hier niet,’ zegt het lichtwezentje, nu wat geïrriteerd.
‘Sokken,’ zeg ik.
‘Ah,’ klinkt het terug.
‘Ze passen niet bij elkaar,’ zeg ik, ‘geen enkel paar past bij elkaar.’
‘Toch zit er een eenheid in de sokken,’ zegt het entiteitje. ‘Als je maar zoekt, passen alle sokken bij elkaar. De één heeft strepen, een andere ook. De één is effen, daar zijn er meer van. Als je wilt, als je echt wilt, passen rood en blauw en groen en bruin perfect bij elkaar. Zelfs zwart gaat met veel samen. Je moet de sokken van elkaar laten houden.’
Nog steeds balend dat ik geen bij elkaar passende sokken heb, sluit ik de kast weer. Ik heb nu in elk geval een goed verhaal bij mijn twee verschillende sokken.
0 reacties