Steeds groter drama in tien zinnen
- Ik sta opeens stil, omdat er in de verte een gil klinkt.
- In de verte, maar niet richting horizon.
- Plots valt er een hand voor me op de grond.
- Een hand, een afgerukte hand.
- Nu gil ik zelf en ik kijk omhoog.
- Een vrouw, tenminste, ik geloof dat het een vrouw is, komt met een rotvaart naar beneden.
- Terwijl ik al weglopend omhoog kijk, valt er een schaduw over me heen.
- De vrouw ploft op de grond, op de plek waar ik net stond.
- Ik ren nu zonder om te kijken, tot ik de zon weer zie schijnen.
- Met een enorme dreun raakt het vliegtuig de grond.